Zucht
Er zijn weinig woorden, waarmee je medewerkers van sociale wijkteams zo gemakkelijk tot een zucht kunt verleiden als met het woord ‘privacy’. Privacy staat voor moeilijk, voor iets waar je een klacht over kunt krijgen. Er zijn wel folders en teksten op websites met informatie over de wettelijke regels, maar meestal is het geen feest om die te lezen en vaak weet je na lezing nog niet hoe je met de lastige vragen in de praktijk moet omgaan.
Een veel gebruikt woord
Privacy is een ruim begrip en de hulpverlener krijgt er op allerlei manieren mee te maken: cliënten, familieleden van cliënten en allerlei instanties vragen om informatie. Wanneer mag of moet de hulpverlener die informatie geven en wanneer schendt de hulpverlener iemands recht op privacy? Een voorbeeld. Een moeder vraagt hulp voor haar 8-jarige dochter en vertelt, dat de vader van het kind ‘uit beeld’ is. De vader is volgens de moeder een van de belangrijkste oorzaken van de problemen, die het meisje nu heeft, omdat hij tijdens het huwelijk zowel zijn echtgenote als zijn dochter voortdurend onder druk heeft gezet. Met grote moeite heeft de vader uiteindelijk schriftelijk toestemming gegeven voor hulp aan zijn dochter. De moeder drukt de hulpverlener op het hart, dat het wijkteam nooit informatie aan de vader mag geven, omdat dat de privacy van haar en haar dochter zou schenden en omdat de vader de informatie zeker gaat inzetten om hen beiden te beschadigen. Lange tijd wordt er niets van de vader vernomen, maar op een dag, jawel, daar komt de vader vragen om inzage in het dossier. Wat doe je? Voordat je het weet, zit je als hulpverlener in een gedoe, waar je helemaal niet in wil zitten.
Is de wet het probleem?
Als de ouders gezamenlijk gezag hebben – tegenwoordig is dat na echtscheiding meestal het geval – , dan heeft de vader wettelijk recht op inzage in en afschrift van het dossier. De hulpverlener in het bovengeschetste voorbeeld komt klem te zitten tussen de moeder die inzage door de vader verbiedt met een beroep op de privacy en de vader die zich beroept op zijn wettelijk recht op inzage. Een vervelende positie. Maar is de wet het probleem? Als de beide ouders gezag hebben, waarom zou dan de moeder wel en de vader geen recht op inzage hebben? Omdat de moeder zegt, dat de vader uit beeld is? De hulpverlener kent het verhaal van de vader niet en kan overigens de verhalen ook helemaal niet controleren. Het past bij zorgvuldig handelen om de ouders die samen gezag hebben op gelijke wijze te behandelen. Vanuit methodisch oogpunt is het niet anders: wie werkt met een gezin moet werken met alle perspectieven.
Hoe kan de medewerker van het wijkteam hiermee omgaan?
Zorg, dat je de wet kent over inzagerecht en informatie delen. Vertel de moeder direct aan het begin, dat ook de vader recht heeft op inzage in het dossier. Houd bij verslagen en andere documenten in het dossier scherp in de gaten, dat alleen informatie wordt vastgelegd over het kind en informatie die relevant is voor de opvoedingssituatie van het kind. Zo kan de medewerker zorgvuldig, methodisch sterk en in overeenstemming met de wet werken. Dit is slechts een van de vele voorbeelden, waarin iemand zich beroept op privacy, maar bij zorgvuldig en methodisch doordacht handelen is de wet vaker een partner dan een probleem.
Bron: Van Montfoort