In een tijd waarin populistisch gedachtegoed opgeld doet en daarbij niet altijd genuanceerd over de rechter wordt gesproken, lijkt het nuttig in te gaan op de gedachte dat de rechter te licht straft. Dat blijkt ook de mening van de voormalig procureur-generaal Dato Steenhuis. In zijn Ivoren Toga-column (april 2016) was hij verbijsterd over het grote verschil tussen de maximumstraffen die in de wet staan en wat er in de praktijk wordt opgelegd. Die ‘strafmaatkloof’ ziet hij bij lichtere feiten als vernieling, maar ook bij zware zoals verkrachting en doodslag. Hij meent dat dit komt doordat de rechter te eenzijdig let op het belang van de dader. Daardoor zou de oppassende burger onvoldoende recht worden gedaan. Reden voor Dato om toch maar weer eens te pleiten voor de invoering van minimumstraffen. Dat was ook de inzet van het gedoogkabinet Rutte-1. Dat had de intentie om te regelen dat bij recidive van zware misdrijven ten minste de helft van het wettelijk maximum wordt opgelegd. Dit voorstel strandde vooral op het feit dat wegens de grote kloof tussen de bestaande praktijk en de wettelijke maxima, de straffen fors omhoog zouden gaan. Zo fors dat het plan onbetaalbaar bleek en in de prullenbak belandde.
Lees verder via Secondant/HetCCV