Burgers in ons land worden meer en meer betrokken bij overheidsbeleid en aangespoord om zelf initiatieven te ontplooien. Ook onze politiekorpsen maken hier dankbaar gebruik van. Zo nodigen ze burgers steeds vaker uit om te participeren bij de opsporing van daders van strafbare feiten, bijvoorbeeld door de inzet van social media en andere digitale platforms. Mr. dr. Sven Brinkhoff, universitair hoofddocent strafrecht en strafprocesrecht aan de Open Universiteit, vindt deze vorm van burgerparticipatie op zich een goede zaak, maar waarschuwt tegelijk voor de risico’s.
Met behulp van social media lukt het burgers steeds vaker om bijvoorbeeld vermiste personen of daders van een strafbaar feit op te sporen. Op zich goede ontwikkelingen. Maar waar liggen de grenzen in onze rechtsstaat bij burgerparticipatie? ‘De politie heeft maar een beperkte capaciteit. Door de hulp van de burger in te roepen vergroot zij haar slagkracht’, zegt Sven Brinkhoff. ‘Ook de kans dat misdrijven succesvol worden opgespoord en vervolgd wordt een stuk groter. Maar tegelijk kleeft er een aantal risico’s aan het vergroten van de rol van burgers in strafzaken. Burgerparticipatie kan namelijk overgaan in burgeropsporing, waarbij een burger echt zelf bewijsmateriaal gaat verzamelen. De burger is bij dat verzamelen, anders dan de politie, niet gebonden aan wettelijke regels en beperkingen, waardoor de kans levensgroot is dat hij informatie verzamelt op een manier die inbreuk maakt op de privacy van een andere burger.’
Lees verder via ou.nl
Meer leren over burgeropsporing? Kom 11 april naar het Nieuwspoort Seminar ‘De Veilige Gemeente 2019 – Burgers in opsporing’ georganiseerd door het Haags Congres Bureau. Met oa Arnout de Vries (TNO), Eric Bervoets (Bureau Bervoets), Ronald van Steden (VU Amsterdam, SMV) en Marnix Eysink Smeet (Inholland).