Hoe creëren we een samenleving waarin mensen minder vaak de huisarts nodig hebben? Volgens Klasien Horstman, hoogleraar filosofie van de gezondheidszorg, ligt de sleutel in het betrekken van inwoners bij het ontwerpen van een gezonde omgeving. “Wijkbewoners weten vaak precies wat er in hun buurt speelt, maar missen de steun om hun initiatieven waar te maken. Daarom pleit ik voor meer aandacht voor de zogeheten ‘sociale riolering’, de netwerken van ontmoetingsplekken en verbindingen van wijken en buurten. Hiermee kunnen we de machinerie van gezondheidsongelijkheid tegengaan.”
“Bewoners nemen tal van initiatieven die bijdragen aan hun gezondheid, maar zij krijgen hiervoor vaak niet de benodigde financiering”, stelt Horstman. “Bewoners krijgen te horen dat hun initiatief niet in het kader past. Vaak worden deze initiatieven beoordeeld door een selectieve groep professionals die op verre afstand staat van de wijkbewoners. Voor bewoners is het heel lastig zich in deze institutionele omgeving te bewegen. Het gevolg is dat arme wijken niet de kansen krijgen zich te ontplooien, om mee te doen.”
Sociale dynamiek van ongelijkheid
Tim ‘S Jongers merkte eerder op dat beleidsmedewerkers een onderdeel van de oplossing en van het probleem zijn. Horstman bevestigt die stelling. “Beleidsmedewerkers stigmatiseren mensen in plaats van dat ze de problemen oplossen. Ze noemen deze mensen niet gemotiveerd, onhandig en vol weerstand. Daarbij richten ze zich, net als wetenschappers, op individueel gedrag. Om de problemen echt op te lossen, zullen ze een switch moeten maken naar een gezonde omgeving en écht samen met mensen aan de slag moeten gaan.”
Universiteit met de buurt
In 2014 begon Horstman de Universiteit met de Buurt in Noordwest Maastricht. “We hadden aan de voorkant geen vastomlijnd doel of project. Het ging om het opstarten van een liefdesrelatie met de buurt. We wilden er zijn, ons gezicht wilden laten zien en dingen horen. We wilden geen ‘interventies plegen’, bijvoorbeeld gericht op het tegengaan van obesitas. In dat jaar organiseerden we een stadsbrede Burgertop. Er waren 200 deelnemers uitgenodigd door loting uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). De conclusie: we willen wel voor elkaar zorgen maar we kennen elkaar niet. De winkeltjes en het café zijn dicht, er is veel kaal groen. Er gebeurt ook niks in de buurt.”
In 2015 werd de burgertop herhaald, nu met loting van 100 mensen. “Dezelfde conclusie kwam naar voren. Maar ook dat mensen het zat zijn dat altijd wordt gedacht dat ze alleen maar bingo willen spelen. Ze zeiden: we willen filosofie doen. Nu is er al zes jaar een filosofiecafé met ongeveer 35 wisselende deelnemers, circa 15 per keer. Er is een andere manier van gespreksvoering nodig, een manier die aansluit bij de mensen, maar die wel uitnodigt tot inhoudelijke verdieping. Mensen hoeven geen oppervlakkigheid vanuit het idee dat ze toch weinig snappen, maar er moet wel er goed naar de mensen worden geluisterd en vragen moeten serieus worden genomen.”
Lees verder via platform31.nl