Marianne van Bochove, Katja Rusinovic en Suzanna Koops-Boelaars. (2021). Introductie bij het themanummer: Rebelse initiatieven in wonen, zorg en onderwijs – het op verantwoorde wijze nét even anders doen. Beleid en Maatschappij (48) 2, 131-137.
Introductie
In de entreehal van het Pietje Bell huis in Rotterdam – vernoemd naar de kwajongen uit de gelijknamige kinderboekenserie – staat met grote zwarte letters op een witte muur:
Rechtschapen, dwars en eigenzinnig
28 september 2017. Het Pietje Bell huis is open. Pietje Bell, rechtschapen, dwars, vechtend tegen onrecht. Hij is rolmodel voor even eigenzinnige als ook maatschappelijk bewuste organisatie (…).
Met het Pietje Bell huis komen er twee nieuwe zorgrebellen bij: ‘Thomas op Kamers’ en ‘De ZorgButler’. Zij helpen mensen die het thuis niet redden, maar wel zelfstandig willen blijven leven.
Kenmerkend is dat de zorgondernemers ook nu weer dwars tegen de stroom van het traditionele denken ingaan. Ook zij zijn de Pietje Bell van de zorg!
Het Pietje Bell huis wordt gepresenteerd als een rebels initiatief, omdat een traditioneel verzorgingshuis is omgevormd tot appartementen waar jongeren en ouderen zelfstandig kunnen wonen, maar ook zorg op maat kunnen ontvangen, dit alles georganiseerd door een zogenaamde zorgondernemer. Dat klinkt misschien niet direct heel rebels – in de zin van opstandig zijn, zich verzetten tegen het heersende gezag. Maar in de praktijk blijkt het vaak lastig om in het gereguleerde woonzorglandschap van Nederland een initiatief te starten dat het net even anders doet (Van Straaten, Van Triest & Van Eeden, 2020). Hier is volgens de initiatiefnemers een dosis volharding, dwarsheid en soms ongehoorzaamheid voor nodig.
Of het nu gaat om wonen, gezondheidszorg of onderwijs: overal zijn kritische geluiden te horen over starre regelgeving en verouderde systemen die nieuwe initiatieven in de weg zouden staan. Bestuurders en professionals klagen over ‘schurende stelsels’ (RVS, 2020) die innovatieve samenwerkingsverbanden, meer maatwerk en verbetering van kwaliteit belemmeren. Diverse initiatiefnemers laten zich hier niet door weerhouden en zoeken met hun initiatieven de randen van de regelgeving op; ze maken gebruik van de beschikbare speelruimte en proberen regels naar hun hand te zetten. Zoals een woningcorporatie die ouderen zelf laat nadenken over hoe zij willen wonen, waarbij het ‘thuisgevoel’ belangrijker is dan het uitsluiten van risico’s. Of een team in een ziekenhuis dat niet blindelings registratieplichten volgt, maar kijkt wat een patiënt op dat moment aankan en een controle zo nodig uitstelt. Of een bestuurder van een middelbare school die af wil van de prestatiedruk en leerlingen meer vrijheid geeft in de lessen die zij willen volgen.
In dit themanummer gaat het over individuen, teams, organisaties of zelfs hele sectoren in het publieke domein die het nét even anders doen. We beantwoorden vragen als: Wat zijn voorbeelden van ‘rebelse’ initiatieven en praktijken en welke doelen streven de betrokkenen na? Hoe gaan deze rebellen om met wet- en regelgeving? Hoe verantwoorden zij hun rebelse aanpak? En welke dilemma’s spelen er bij ‘rebelse’ initiatieven en praktijken?
Doel van het themanummer is het verkennen van ‘rebellie’ in diverse sectoren, de verschillen en overeenkomsten daartussen, en de lessen die daaruit getrokken kunnen worden. We sluiten aan bij wetenschappelijke literatuur over ‘positieve deviantie’ (Bradley e.a., 2009) en ‘rebellie’ (Wallenburg, Weggelaar & Bal, 2019). Deze literatuur gaat vooral over de curatieve zorg en besteedt bijvoorbeeld aandacht aan hoe rebelse (individuele en collectieve) actoren draagvlak proberen te creëren en hoe zij het systeem proberen te veranderen zonder zich ertegen te keren. Hoe dergelijke rebellie zich in diverse sectoren manifesteert en wat verschillende belanghebbenden (bestuurders, professionals, toezichthouders) hiervan kunnen leren, bleef tot nu toe onderbelicht.
Lees verder via tijdschriften.boombestuurskunde.nl