Stel je de volgende situatie even voor: Het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid vindt het overleg met de drie vakbonden CNV, FNV en De Unie veel te tijdrovend. Het wil voortaan maar in gesprek met één partij die de belangen van alle werknemers vertegenwoordigt. Om dat voor elkaar te krijgen, draait ze hier en daar subsidiekranen dicht en dwingt ze de bonden min of meer om te fuseren. Tegelijkertijd faciliteert ze – ook financieel – de oprichting van een nieuwe vakbond. Het bijzondere van deze vakbond is dat het een stichting is. Niemand kan er lid van worden. Het bestuur en de directeur van de nieuwe vakbond, beiden gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bepalen zélf wel wat er leeft onder werknemers en wat er aangekaart moet worden bij het ministerie.
Nou is het ministerie van Sociale Zaken dit absoluut niet van plan. En als het wél zo was, zou zo’n voorstel er waarschijnlijk ook nooit door zijn gekomen. Het past niet bij een democratisch land waarin bestuurders zo veel mogelijk in gesprek blijven met verschillende belangenbehartigers.
Lees verder via de Correspondent