Gemeenten zoeken methoden om de kloof tussen burgers en het gemeentebestuur te verkleinen. De overheid wordt steeds vaker gezien als zakkenvuller en vijand in plaats van de goedaardige behartiger van het algemeen belang. De overheid zoekt al jaren naar methoden om die trend om te buigen.
Eén methode is burgers het woord te gunnen. Onlangs hoorde ik op de radio een wethouder die bezig was met de gemeentelijke herindeling van de vier gemeenten van Westerkwartier. Er werden bijeenkomsten georganiseerd waar burgers hun ideeën over de herindeling konden geven. ‘Een stukje participatie’, zei de goede man.
Herindeling
Maar het stukje participatie is een voorbeeld hoe het niet moet: de provincie heeft een rapport opgesteld waarin de herindeling werd verordonneerd, burgemeesters werden mondeling geïnformeerd en moesten direct aan journalisten uitleggen wat ze ervan vonden, de gemeenteraden is vervolgens verteld dat de trend niet te keren viel en heeft ingestemd. En nu worden burgers geacht tijdens ‘een stukje participatie’ het besluit van draagvlak te voorzien omdat de minister dat als vereiste van een herindeling vraagt. Het is duidelijk dat bij dit proces geen alternatief meer wordt aangeboden.
De eerste regel bij burgerparticipatie is: als er geen alternatief is, vraag het dan niet.
De tweede regel is: zorg voor vertrouwen. Vertrouwen, werd vroeger gezegd, komt te voet, maar gaat te paard, maar tegenwoordig komt vertrouwen nog steeds te voet, maar flitst weg via de asociale media. Vertrouwen bouw je op via regelmatige contacten, waar de overheid zich consequent toont als een betrouwbare gesprekspartner. De overheid moet enerzijds duidelijk zijn over de procedure en die eerlijk uitvoeren, en anderzijds respect hebben voor de belangen van burgers. Een overheid kan burgers niet altijd geven wat burgers wensen, maar kan wel altijd proberen eerlijk te zijn en ernaar streven burgers het gevoel te geven dat de overheid oprecht is.
Lees verder via Trouw – Een ‘stukje participatie’ werkt niet