Ratio is niet opgewassen tegen negatieve pers over allochtonen. Of je nu wilt of niet – vroeg of laat ga ook jij discrimineren, weet hersenonderzoeker Victor Lamme.
Over etnisch profileren is veel discussie. De gevolgen ervan halen dagelijks het nieuws: Amerikaanse agenten die voor de zoveelste keer een onschuldige zwarte arrestant doodschieten, een man met Arabisch uiterlijk op de voorpagina als het over terreurcontroles gaat. Er wordt vooral met vingers gewezen. Dat lijkt niet erg effectief, omdat het partijen eerder tegen elkaar opzet dan dat het verzoent. Misschien is het nuttiger te bekijken waar het vandaan komt, waarom het zo hardnekkig is en wat er wel aan gedaan kan worden.
Een van de belangrijkste functies van het brein is ervoor te zorgen dat het lichaam waarin het zit niet in problemen komt. Daartoe heeft de evolutie een efficiënt mechanisme bedacht: het aanleren van associaties, vooral negatieve. Op de savannen hebben we geleerd open ruimtes te associëren met gevaar voor leeuwen, donkere bosjes met slangen en stinkend voedsel met ziekte. Vaak is daar maar één negatieve herinnering voor nodig, wie wel eens een bedorven oester heeft gegeten heeft er jarenlang zijn buik van vol.
Het aanleren van dat soort associaties gaat niet alleen snel en efficiënt, maar kan ook ingewikkelde vormen aannemen. Leden van een andere stam kunnen virussen of bacteriën bij zich dragen waar de eigen stam niet immuun voor is, iets wat in een era zonder antibiotica voldoende reden was om vreemdelingen liever buiten te houden – overigens zonder bewust iets te weten over ziektekiemen.
Lees verder via NRC – Een brein dat niet profileert is morgen dood