Dankzij het kabinet-Rutte II zijn gemeenten tegenwoordig verantwoordelijk voor beleid op het gebied van zorg, werk en jeugdhulp. Maar is de lokale democratie in Nederland sterk genoeg om al die decentralisaties op te vangen? Het rapport ‘Democratie Dichterbij’ beschrijft wat burgers vinden van hun gemeentebestuur, wie er lokaal actief zijn en wie niet, en of ze al wat mee hebben gekregen van de grote decentralisatie-operaties.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON), onder redactie van politicologen Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam en Henk van der Kolk van de Universiteit Twente.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de nationale overheid ondanks decentralisaties en de invloed van Europa nog steeds het meest verantwoordelijk wordt gehouden voor het overheidsbeleid. De betrokkenheid van de meeste burgers bij de lokale politiek beperkt zich voornamelijk tot de verkiezingen. Nieuwe participatievormen, zoals burgerpanels, trekken slechts weinig burgers.
In het rapport komen acht onderwerpen aan de orde: Legitimiteit en politieke steun; Kennis van en interesse in het lokale bestuur; Politieke participatie; Wat zijn de belangrijkste problemen in de gemeente?; Politieke opvattingen; Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen; Tevredenheid burgers over gemeentelijke dienstverlening; en Beleidsevaluaties en politiek vertrouwen: wie houden burgers verantwoordelijk?
Lees verder via UvA – Democratie dichterbij : Lokaal kiezersonderzoek 2016