Mr. H.W. (Wilco) de Vos, ‘De stand van de stelselherziening: de AMvB’s afgerond’, TO 2021-1, p. 7-15
1 Inleiding
De bouw van het stelsel van de Omgevingswet nadert zijn voltooiing. Een belangrijke stap is de afronding van de AMvB’s. Eind vorig jaar zijn het Invoeringsbesluit1 en de Aanvullingsbesluiten geluid en grondeigendom2 in het Staatsblad gepubliceerd.3 Begin dit jaar volgden de Aanvullingsbesluiten natuur en bodem.4 Hiermee is het grootste pakket aan regels van het Rijk voor (activiteiten in) de fysieke leefomgeving afgerond. In dit artikel worden de belangrijkste veranderingen beschreven sinds de advisering door de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerp van die besluiten.
Ook op regelingsniveau is voortgang geboekt. Zo is de Invoeringsregeling vastgesteld en in de Staatscourant gepubliceerd.5 Deze regeling is vormgegeven volgens de nieuwe digitale publicatiestandaard Standaard officiële overheidspublicaties (STOP)-Toepassingsprofiel omgevingsdocumenten (TPOD) AMvB-MR. Dit leidt tot een nieuwe stijl van wijzigen, waarbij de veranderingen zijn weergegeven als revisies op onderdelen van de Omgevingsregeling. Verder zijn de aanvullingsregelingen inhoudelijk vergaand afgerond. De officiële publicatie volgt nog. Er is al wel een integrale geconsolideerde versie van de Omgevingsregeling beschikbaar.6
Nu de (uitvoerings)regelgeving inhoudelijk vrijwel afgerond is, gaat alle aandacht uit naar de voortgang van de implementatie en de totstandkoming van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Die onderwerpen staan centraal in het parlementaire debat over de inwerkingtreding van het stelsel. Ook in dat debat zijn er weer diverse ontwikkelingen. Zo heeft de Tweede Kamer eind vorig jaar een motie aangenomen die de regering verzoekt de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet te bepalen op 1 januari 2022 en het ontwerp-koninklijk besluit (KB) met de daarin opgenomen vermelding van die datum zo snel mogelijk voor te hangen bij de beide Kamers der Staten-Generaal.7 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft vervolgens het ontwerpbesluit aan beide Kamers gezonden.8 Daarop volgde in de Tweede Kamer een schriftelijke behandeling die op 25 februari plenair een mondeling vervolg kreeg. Daarmee is de voorhangprocedure in de Tweede Kamer afgerond.
De Eerste Kamer voelde zich overvallen door de voorhang van het ontwerp-KB en heeft eerst een debat over de procedure gevoerd. Ze heeft aangegeven tijd nodig te hebben voor een zorgvuldige behandeling. De minister heeft de toezegging gedaan dat het ontwerp van het inwerkingtredings-KB niet ter bekrachtiging aan de Koning zal worden voorgelegd voordat in beide Kamers de inhoudelijke behandeling is afgerond. Vervolgens heeft de Eerste Kamer het ontwerp in behandeling genomen. In dit artikel wordt nader op het parlementaire proces ingegaan.
Ondertussen komt er steeds meer regelgeving tot stand die op het stelsel voortbouwt. Het gaat om wijzigingen van uiteenlopende aard: van technische wijzigingen tot de implementatie van Europese regelgeving of nieuw beleid. Een voorbeeld daarvan is het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering.9 Tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden die wijzigingen zo vormgegeven dat die zowel onder het huidige recht als onder het stelsel van de Omgevingswet kunnen plaatsvinden. De inwerkingtreding van het stelsel is daar dus niet van afhankelijk.
Dit jaar zullen de laatste regels van het stelsel worden afgerond en gepubliceerd. Het jaar zal vooral in het teken staan van de interbestuurlijke roadmap Route 2022 met mijlpalen en acties voor een goede invoering.10 Die gezamenlijke route van Rijk en decentrale overheden is belangrijk, want de voorgenomen datum van inwerkingtreding komt nu snel dichtbij.
Lees verder via bjutijdschriften.nl
Meer leren over als overheidsjurist over de Omgevingswet, Aanbestedingswet en Woo? Kom naar de HCB Seminarreeks ‘Juridische Update 2021’ die start op 24 september bij het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs en wordt georganiseerd door het Haags Congres Bureau.