Ik heb bij uitrukken met de brandweer en in mijn “straatjaren” bij de politie best veel ellende gezien. En dat doet je wat. (Gelukkig anders ben je geen mens). Soms meer, soms minder. Soms kwam er een gesprek met het Team Collegiale Ondersteuning. Vaak sprak ik er met “gewone” collega’s over, regelmatig ook met mijn vrouw. Tot op heden heb ik er gelukkig, Goddank (en dat meen ik letterlijk) geen blijvende last van.
Wat mijzelf wel verbaast is dat zaken die mijzelf het meeste deden vrijwel allemaal in mijn centralistentijd plaats hebben gevonden. Daar zie je toch weinig en zit je op afstand zou je denken. Ik heb daar eens over nagedacht en ik denk dat het, in ieder geval bij mij, ligt aan het feit dat je als centralist zo extra machteloos bent. Kreeg ik op straat bijvoorbeeld een melding van een reanimatie dan ga je er zo snel mogelijk heen en ga je “aan de slag”. Vaak tevergeefs en ook dan voelde je je machteloos. Toch had ik dan wel het gevoel er iets aan gedaan te hebben, in actie te zijn gekomen. Krijg je iemand aan de lijn die een reanimatie meldt stuur je natuurlijk zo snel mogelijk hulp en probeer je vervolgens de melder aan het reanimeren te krijgen. Soms lukt dat niet. Dat kan om allerlei redenen zijn. Denk aan leeftijd, fysieke gesteldheid, paniek enz. Wat zou je dan graag door de telefoon kruipen en iets gaan doen. En als het niet lukt, en ook de collega’s die ter plaatse komen niets meer kunnen doen komt dat stemmetje: Had ik het anders moeten doen, had ik iets anders moeten zeggen?
Bijna nog lastiger vind ik de verdrietige, lamgeslagen meld(st)ers. Ik had bijvoorbeeld ooit een kind van 12, 13 jaar aan de lijn die een van de ouders overleden in huis aantrof. Eerst moet je dan allerlei dingen laten doen die je veel liever zelf zou doen. En als dan duidelijk is dat er niets aan te doen is zou je zo graag een arm om het kind heenslaan en het naar een andere plaats brengen. Maar je moet het via de telefoon doen, tot er een hulpverlener ter plaatse is die voor jou de arm om het kind kan slaan. In die tussentijd duren minuten jaren….
(Multi)Centralist is een prachtig vak. Er zijn echter momenten dat je dat even niet zo voelt. Overigens zal dat voor heel veel functies zo zijn, dat besef ik goed. En de positieve kanten, waarbij je ook als centralist verschil kunt maken voor hulpvragers overheersen gelukkig. En ik weet en geloof gelukkig ook dat er, juist in machteloosheid, een Adres ik waar ik terecht kan. Goddank.
André van Wingerden, 112-centralist op de meldkamer in Dordrecht.
Bron: Hulpverlening.nl