De deeleconomie is hot als het gaat om huren van woningen, het lenen van spullen of het delen van auto’s. Maar werkt het ook op het terrein van zorg en welzijn? Pieter Hilhorst en Jos van der Lans menen dat juist hier waanzinnig veel bespaard kan worden.Een boor wordt gemiddeld zes tot dertien minuten gebruikt. Niet per maand, niet per jaar, maar in zijn gehele leven. De boor wordt geproduceerd, gedistribueerd, verkocht om vervolgens dertien minuten te worden gebruikt. Voor Rachel Botsman en Roo Rogers staat de boor symbool voor de alledaagse overvloed. Of om het kritischer te zeggen: symbool voor de alledaagse verspilling.
Botsman en Rogers, schrijvers van het boek What’s mine is yours, how collaborative construction is changing the way we live, zijn dan ook fervente pleitbezorgers van de deeleconomie. Auto’s staan het grootste deel van de tijd stil. Als we gemakkelijker elkaars auto’s zouden kunnen lenen of huren hebben we minder auto’s nodig. Onze zolders liggen vol met spullen die we niet meer gebruiken. Onze kasten hangen vol met kleren die we niet meer dragen. Op het terrein van de consumptiegoederen is inmiddels een enorme markt ontstaan van mensen die auto’s huren van de buren (Snapp Car), die spullen lenen of huren van andere deelnemers in de buurt (Peerby) van mensen die hun huis tijdelijk verhuren via AirBnB.
Lees verder via Socialevraagstukken – De economie van het delen in zorg en welzijn