Jongeren die geregeld kijken naar media waarin asociaal gedrag vertoond wordt, cyberpesten meer dan jongeren die hier nooit of soms naar kijken. Dit is een van de conclusies uit het promotieonderzoek van Anouk den Hamer. Zij onderzocht waarom jongeren gaan cyberpesten. Cyberpesten is pesten dat online plaatsvindt, bijvoorbeeld via de computer of een smartphone. Hierbij kun je denken aan een ander online uitschelden, iemand berichten met dreigementen sturen, vervelende grappen over een ander maken op social media, iemand online buitensluiten, et cetera.
Gepeste jongeren zoeken afleiding in ‘aso-media’
Den Hamer ontwikkelde het Cyclic Process Model, een theoretisch model om cyberpestgedrag te verklaren. “Veel jongeren die op school of online gepest worden gaan zelf cyberpesten,” vertelt zij. Het model beschrijft hoe gepeste jongeren negatieve emoties zoals woede en frustratie ervaren. Door afleiding te zoeken in media waarin asociaal en normoverschrijdend gedrag vertoond wordt, lopen zij het risico om te gaan cyberpesten. ”Jongeren die naar media kijken waarin wordt gevochten, gescholden, veel alcohol gedronken, of ander asociaal gedrag vertoond wordt, cyberpesten meer dan jongeren die hier niet vaak naar kijken.” Daarnaast bleek dat het cyberpestgedrag van deze jongeren die vaak naar dit type media kijken in de loop van een schooljaar zelfs nog verder stijgt.
Het Cyclic Process Model laat zien welke processen ten grondslag liggen aan cyberpesten en hoe dit zich over de tijd ontwikkelt. Hiermee brengt dit onderzoek ons een stap dichterbij in onze kennis over cyberpesters en slachtoffers.
Meer informatie over het proefschrift in VU-DARE
Lees verder via het NJI – Erkende interventies pesten