Het Nationale Toneel brengt binnenkort in vertaling het Amerikaanse toneelstuk RACE, een razendsnelle advocatenshow over racisme en leugens. De bekende initialenman DSK en zijn gedoe met een New Yorks kamermeisje stonden model. De raciale problemen binnen het kantoor dat de man verdedigt, staan vervolgens centraal. Wie het gaat zien, kan gezellig een avondje cultureel verantwoord doen, en in de foyer fijn bespreken hoe vreselijk het toch allemaal is, dat racisme.
Door Georg van Daal, advocaat te Den Haag
Ondertussen blijft het allemaal heel comfortabel, vanuit het pluche van de schouwburg kijken naar een materie die ver weg in dat rare Amerika speelt. Laat ik het concept advocatuur en racisme echter eens dichterbij halen.
Ik wil het graag hebben over stagiare-ondernemers, oftewel de beginnende advocaten die als ondernemer met een buitenpatroon de praktijk gaan bedrijven. Onder hen domineren twee categorieën: i.) de blanke man van rond de 50, al jurist of die naast zijn werk rechten heeft gestudeerd en die met een riante afvloeiingsregeling en zijn spaargeld geld zat heeft om te beginnen als advocaat; en ii.) de net afgestudeerde jonge man of vrouw met allochtone achtergrond en studieschuld. Dat zij geen dienstverband vinden met een binnenpatroon is in het eerste geval meestal logisch, en in het tweede geval vaak betreurenswaardig.
Naast een deugdelijk ondernemingsplan moet een stagiaire-ondernemer op grond van artikel 3.12 van de landelijke Verordening op de advocatuur beschikken “over een passende kredietfaciliteit of over voldoende vermogen ter dekking van de kosten van het bruto minimumloon voor een jaar en de overige kosten van de praktijkvoering.” In de toelichting bij deze bepaling staat dat de financiële buffer minimaal € 15.000 moet bedragen.
Het zijn echter de elf lokale ordes die het patronaat over de stagiaire-ondernemer moeten goedkeuren, en daar zit ‘m de kneep. Een meerderheid van die ordes grijpt namelijk dat recht aan om criteria op te leggen, die zeer veel beperkender zijn dan die van de landelijke Verordening. De Haagse orde spant daarbij de kroon. Die verlangt namelijk een vermogen van maar liefst € 45.000, of een krediet voor dat bedrag. Voor dat krediet mogen echter de handelsvorderingen níet worden verpand, welke beperking ook enkele andere ordes opleggen aan de stagiaire-ondernemer.
Lees verder via Newslocker Advocatuur – Column: gezellig racisme kijken. En vervolgens wegkijken…