05:39
22 december 2024

2e HCB Online Seminar ‘Ondermijning aanpakken tijdens en na de lockdown’ inhoudelijk weer zeer aantrekkelijk

2e HCB Online Seminar ‘Ondermijning aanpakken tijdens en na de lockdown’ inhoudelijk weer zeer aantrekkelijk

Verslag door Ries Ouwerkerk, zelfstandig adviseur/conceptontwikkelaar sociale veiligheid, van het HCB Online Seminar De Veilige Gemeente Summer Special 2020/2021 – Ondermijning aanpakken tijdens en na een lockdown georganiseerd door het Haags Congres Bureau op 24 juni 2020.

Het online seminar van 24 juni over ondermijning tijdens en na de lockdown kenmerkte zich door de digitale aanwezigheid van een vijftal gerenommeerde sprekers; prof. dr. Hans Boutellier (VU en Verwey-Jonker Instituut), Shanna Mehlbaum (Mehlbaum Onderzoek & Advies), Heidie Pols (Haags Economische Interventie Team), Krista Schram (Hogeschool Inholland) en Arnout de Vries (TNO).

Hans Boutellier nam de deelnemers mee in zijn verklaring bij de stijging van de criminaliteit in de jaren zeventig en de daling die daarop volgde vanaf de negentiger jaren, om vervolgens vast te stellen dat we op dit moment in een fase zijn beland van complexere vraagstukken en minder zichtbare criminaliteit. Polarisatie en radicalisering, digitale illegaliteit en drugsgerelateerde ondermijning spelen nu een hoofdrol.

Ook de wijze waarop we anders zijn gaan kijken naar criminaliteit bracht hij op een mooie manier over het voetlicht. Naast repressie zijn nu maatschappelijke veerkracht, versterking van het systeem en de weerbaarheid (vergelijk met de coronacrisis) en een nieuw politiek-moreel offensief belangrijke issues geworden. Moreel, zo merkte hij op, hebben we last van ambiguïteit rond drugs. Een nationaal debat is wenselijk en kan verder helpen.

De coronacrisis maakt goed duidelijk dat sprake is van meerdere typen kwetsbare groepen in de samenleving en dat lokaal meer gedacht moet worden in coalities. Coalities waarvoor een gezamenlijk gevoel van urgentie, beeld hebben bij de richting en regie en informatiedeling voorwaardelijk zijn. Voor een ‘sociaal offensief’ bij de aanpak van weerbare wijken zouden ook politie en justitie aan moeten sluiten. ‘Over all’ benadrukt Boutellier dat sprake is van een maatschappelijk verdelingsvraagstuk, waar we ons als politiek en samenleving over uit zouden moeten spreken.

Shanna Mehlbaum
richtte zich in haar presentatie op de zogenaamde ‘notoire straten’. Op een inzichtelijke manier maakte zij duidelijk dat vermoedens van criminaliteit, onduidelijke ondernemingen, activiteiten ‘achter de gevel’ en onderbuikgevoelens het etiket ‘notoire straat’ vaak rechtvaardigen. Maar denk ook op het niveau van bijvoorbeeld bedrijventerreinnen, havengebieden of wijken.

Met als voorbeeld de aanpak van de Spaanse Polder in Rotterdam, zoomde zij in op actoren en locaties, op criminogene factoren (omgevingskenmerken, de afwezigheid van toezicht, vestigingsklimaat, etc.), op indicatoren (de onderneming zelf, het pand, ‘foute figuren’ en vreemd gedrag) en tenslotte de interventiemogelijkheden.

Ze sloot af met een aantal belangrijke ‘lessons learned’: begin met een goede probleemanalyse, zorg voor regie, teamgeest en vertrouwen, focus op langdurige verandering en betrek de burger. Zij weten en zien veel.

Heidi Pols richtte zich op de do’s en don’ts bij het aanpakken van ondermijning in de praktijk. Zonder ze hier allemaal te benoemen, – goede voorbereiding en samenwerking zijn bijvoorbeeld altijd cruciaal -, moet dan gedacht worden aan het stellen van concrete realistische doelen, het kiezen van de juiste partners en het voorkomen van het blijven hangen in analyses of denken dat één oplossing voor alles bruikbaar is. Ook gaf zij aan dat altijd voorzien moet worden in gemeentelijk beleid en opvolging van een aanpak, dat een actie in een ‘groter plaatje’ moet passen om het waterbed-effect te voorkomen en dat het juridisch sluitend zijn van het handelen complex is, maar natuurlijk altijd kloppend moet zijn.

Met voorbeelden van Poolse avondsupermarkten, malafide garages, illegale gokpraktijken en arbeidsuitbuiting maakte Heidie op een mooie manier inzichtelijk hoe criminele verdienmodellen in elkaar zitten. Ze liet daarbij niet onvermeld dat de praktijk leerde dat criminelen al werken met ‘smoelenboeken’, contraobservatie, whatsapp-groepen, steeds geraffineerder vormgegeven verstopplekken en ‘last but not least’ in staat zijn hun werkwijze snel aan te passen op het handelen van de opsporingsprofessionals.

Krista Schram nam de deelnemers mee in gedaan onderzoek naar digitale buurtpreventie. Zij gaf aan dat de literatuur wisselend concludeert over de effecten ervan. Waar eerder onderzoek nog aantoonde dat woninginbraken bijvoorbeeld met 40% afnamen, bleek uit vervolgonderzoek dat er eigenlijk nauwelijks effect was op de cijfers.

Krista gaf aan dat de beleidstheorie inmiddels twee invalshoeken kent; de heterdaadkracht-route en de sociale controle-route. Een tiental casestudies in Rotterdam heeft inmiddels geleid tot het beeld dat de heterdaadkracht-route niet werkt; weinig concrete situaties, onduidelijkheid over het melden en relatief weinig terugkoppeling naar melder. De invalshoek van sociale controle daarentegen wijst uit dat bewoners alerter worden, er meer gemeld wordt in de app en bewoners elkaar ook vaker onderling aanspreken op onveilige situaties en actie ondernemen. Gedaan onderzoek lijkt (te) optimistische verwachtingen over het resultaat vreemd genoeg wel te koppelen aan tevreden gebruikers.

InHolland gaat nu verder onderzoek doen naar veiligheidsbeleving onder deelnemers, hun alertheid, de meldingsbereidheid, sociale controle en of de lijnen met de overheid (gemeente en politie) voor hen verkort worden.

Arnout de Vries tenslotte presenteerde een aantal actuele technologische ontwikkelingen die mogelijk maken dat burgers vaker een ‘zelfstandige’ rol krijgen in de opsporing van strafbare en het melden van ondermijnende activiteiten.

Zeer illustratief was een filmpje van de inzet van een burgermeldkamer in Amerika. Het maakte op een mooie manier duidelijk dat samenwerking tussen overheid en burger soms een proces is van verzet in eerste aanleg, vervolgens voorzichtig gedogen en tenslotte doorontwikkelen. De bereidheid van de overheid om een stukje regie te ‘delen’ met de burger is daarbij een belangrijk punt van aandacht.

Arnout illustreerde zijn punt verder met voorbeelden als het benutten van ‘open source-informatie’ door Bellingcat (MH17), de app ‘Meld een vermoeden’, de Ondermijningsapp, Nexar (verkeersapp), maar ook de inzet van Facebook. Ontwikkelingen gaan snel, zijn onomkeerbaar, en maken steeds meer mogelijk.

In de beweging van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie, is het volgens Arnout dan ook belangrijk om goed met elkaar in contact te blijven (‘professionele verkering’) en nieuwe vormen van samenwerking te ontdekken. Wat kunnen burgers zelf? Hoe kunnen zij de overheid helpen? Waarin kan technologie voorzien (Robots, Internet of Things, etc.)? Hierbij staan wederkerigheid, rechtstatelijkheid en veiligheid van een ieder centraal.

Samenvattend een mooi door het Haags Congres Bureau georganiseerd seminar, inhoudelijk aantrekkelijk en met deze temperaturen, prima thuis online in korte broek te volgen!

Ries Ouwerkerk
25 juni 2020

Meer leren over een geïntegreerde aanpak van ondermijning? Kom 13 november naar de geheel nieuwe editie van ons half-jaarlijks HCB Live + Online Seminar ‘De Veilige Gemeente 2020/2021 – Geïntegreerde aanpak van ondermijnende georganiseerde criminaliteit’ met oa Leonie Willemsen, Programmamanager Ondermijning Gemeente Tilburg, Freek Pecht, Eenheidscoördinator synthetische drugs, Politie Zeeland-West-Brabant en Frank van Summeren, RONT Management Consultants

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *