Sinds de inrichting van de veiligheidsregio’s, nu vijf jaar geleden, is er het nodige gebeurd op het gebied van crisisbeheersing. Overal werken partijen samen aan het verbeteren van de veiligheidsprotocollen. De scheidslijn tussen fysieke en sociale veiligheid wordt echter als kunstmatig ervaren, een grijs gebied waar nog het nodige moet gebeuren. Nico van Mourik, directeur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en voorzitter van de Raad Directeuren Veiligheidsregio, maakt de balans op.
De veiligheidsregio houdt zich weliswaar bezig met brandbestrijding, maar aan een groot incident van fysieke aard zitten allerlei vraagstukken rond volksgezondheid. Daarom horen gemeenten een bondgenoot te zijn in de samenwerking, zij zijn verantwoordelijk voor de sociale veiligheid, vindt Van Mourik. ‘Onze acties moeten op elkaar aansluiten, soms tegelijkertijd. Als je daarbij geen samenwerkingspartner bent, heb je een groot probleem.’
Hij typeert het als een grijs gebied dat niet zomaar op te knippen is in fysieke en sociale veiligheid. ‘Het is niet in te vullen via wet- en regelgeving, wel door samenwerking.’ Als voorbeeld noemt Van Mourik de grote brand bij het afvalstoffenverwerkingsbedrijf in Moerdijk. Daar ging het van het ene op het andere moment niet meer over de brandbestrijding, maar was sprake van een geweldig milieuvraagstuk dat maatschappelijke onrust veroorzaakte. De spruitjes mochten niet meer van het land af in Zuid-Holland Zuid.
Lees verder via VNG – Voorkom kunstmatige scheiding – Veiligheidsregio’s