Het ‘sociaal contract’ behoort tot de kernbegrippen van de politieke filosofie. Volgens de Britse filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) bestaat er een afspraak tussen burgers en heersers. Die luidt dat de heersers het recht krijgen regels op te stellen en het gezag uit te oefenen. Ze krijgen dit recht omdat burgers beseffen dat er anders een ‘oorlog van allen tegen allen’ zal zijn. Het sociaal contract is ook de basis van de verhouding tussen burgers en het vak dat wij als handhavers van de rechtsorde uitoefenen. Burgers zijn het er met elkaar over eens dat ze ‘ons’ nodig hebben voor het beschermen van hun veiligheid en vrijheid. Bijna niemand wil dat burgers het recht in eigen hand nemen.
Ik zou dit verhaal nu kunnen eindigen met de stelling dat dit sociaal contract altijd zal blijven bestaan. De burgers hoeven het journaal maar aan te zetten om te zien wat in landen gebeurt waar het gezag van de overheid wegvalt. Maar het verhaal van het sociaal contract is in zijn uitwerking toch wat ingewikkelder. Want het gaat natuurlijk ook om de vraag wat de overheid dan precies wel of niet mag en moet doen. Het is die wat-vraag waar zo ongeveer elk politiek debat om draait. De vraag dus wat de overheid moet doen om de vrede tussen burgers te handhaven, en wat ze vooral aan die burgers zelf moet overlaten. Het debat wordt scherper naarmate burgers zich emanciperen en gezag dus steeds minder als natuurlijk wordt gezien.
Lees verder via politieacademie.nl
Meer leren over kansen, risico’s en randvoorwaarden bij burgeropsporing? Kom 11 april naar het Nieuwspoort Seminar ‘De Veilige Gemeente 2019 – Burgers in opsporing’ georganiseerd door het Haags Congres Bureau. Met Wim van Amerongen (Nationale Politie), Arnout de Vries (TNO), Eric Bervoets (Bureau Bervoets), Ronald van Steden (VU Amsterdam, SMV) en Marnix Eysink Smeets (Inholland).