Het moet snel duidelijk worden welke organisaties de verschillende onderdelen van het toezicht op kunstmatige intelligentie (AI) op zich zullen nemen. Dat schrijven de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) in een advies aan het kabinet. De eerste onderdelen van de AI Act zijn waarschijnlijk begin 2025 al van kracht.
Het advies is opgesteld door de AP en de RDI op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan het advies werkten 20 andere toezichthouders mee, die allemaal mogelijk een rol gaan spelen in het toezicht op AI. Centraal in het advies staat dan ook het belang van goede samenwerking tussen toezichthouders. Daarnaast benadrukken de AI en de RDI dat er op tijd voldoende geld en personeel beschikbaar moet zijn, zodat ze zich kunnen voorbereiden op hun taken, zoals voorlichting en handhaving.
Snel besluiten
De toezichthouders vragen het kabinet om een aantal zaken snel te besluiten. Zo zijn er grondrechtentoezichthouders nodig, die erop letten dat de grondrechten van alle Nederlanders niet worden geschonden door AI-systemen. In het advies is die rol voor het College voor de Rechten van de Mens (CRM) en de AP. Ook moeten er instanties worden aangewezen om te beoordelen of AI-systemen aan Europese standaarden voldoen.
Vorige maand stemden de Europese ministers in met de AI verordening, oftewel de Europese AI Act. Sommige onderdelen van de AI Act zijn waarschijnlijk al in januari 2025 van kracht, waaronder het verbod op AI-systemen met een onaanvaardbaar risico. In het advies staat dat de AP verantwoordelijk wordt voor het toezicht op verboden AI-systemen.
Lees verder via agconnect.nl