Er valt veel te kiezen bij de aankomende verkiezingen op 15 maart. En uiteraard wij zoveel mogelijk over de zorg te publiceren. Zo lazen we op nos.nl het bericht dat gemeenten de klachtenregelingen bij problemen in onder meer de zorg en de jeugdhulp niet op orde hebben. En dat is voor ons totaal geen verrassing.
Teveel mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd. Dit komt doordat de verschillende instanties moeilijke gevallen naar elkaar doorschuiven. Burgers weten niet waar, wanneer en hoe ze hun problemen moeten melden. En dat is een verontrustend bericht.
Zoals iedereen weet is sinds januari 2015 de uitvoering van de zorg, jeugdhulp en de begeleiding naar werk over op de gemeenten, onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), de jeugdwet en de participatiewet. En juist in die tijd kwamen er heel veel klachten binnen. Dat is natuurlijk op het begin niet gek, maar na 2 jaar moet dat toch wel helder zijn? Bovendien zijn wij er van overtuigd dat lang niet iedereen die de verkeerde zorg krijgt een klacht indient. De drempels daarvoor zijn namelijk veel te hoog: mensen zijn bang dat het indienen van een klacht ertoe kan leiden dat ze helemaal geen zorg meer krijgen, of ze weten niet waar ze moeten zijn.
Uit een rapport van de ombudsman kwamen mensen aan het woord die op een of andere manier in de knel kwamen met de hulp vanuit de gemeente. Zo kregen ouders die zorg voor hun hulpbehoevende kind nodig hadden met twee verschillende instanties te maken, die naar elkaar bleven verwijzen.
Een ander verhaal van een burger die ingewikkelde hulpaanvraag had en een klacht indiende kreeg te horen dat de bezwaartermijn was verlopen. En dat terwijl de gemeente zelf bij de behandeling van de klacht gevraagd had om meer tijd. Bizar!
Er is dus nog heel veel werk aan de boeg! Wij denken dat de klachtenregelingen veel persoonlijker moeten worden. Daarnaast moeten gemeenten zelf actief moeten zoeken naar probleemgevallen! Wat vinden jullie?
Bron: liefdevoordezorg.nu