Door Maartje Vis, VL-Nieuws
Steeds vaker krijgen we te maken met desinformatie. Dit leidt tot onnodig veel paniek en de hulpdiensten kunnen overbelast raken. ‘Er is niet één partij die dit kan oplossen’, beaamd Arnout De Vries. Hij verricht onderzoek op het gebied van sociale media en maatschappelijke veiligheid bij TNO.
De verspreiding van desinformatie is een groeiend probleem in Nederland. ‘Het is heel moeilijk aan te pakken, want vaak weet je niet wie deze informatie ontwikkeld heeft’, legt De Vries uit. ‘Burgers zijn vaak als eerste ter plaatse bij een ongeval en delen snel beelden op het internet. Die beelden kunnen hergebruikt of aangepast worden en dat heeft gevolgen. Dat is de dynamiek waar we nu inzitten.’ De Vries is één van de hoofdsprekers op de komende editie van de HCB Seminarreeks ‘Veiligheid, recht en bestuur 2022 – Burgers en Veiligheid’ die start op 19 mei.
Bij TNO wordt digitaal gedrag geanalyseerd. ‘Met technologie kun je kijken of een foto bewerkt is, maar het zijn uiteindelijk de mensen die kunnen inschatten of iets echt gevaarlijk is’, zegt De Vries. Een persoon die vaker crimineel gedrag vertoond, kan bijvoorbeeld herkend worden op foto’s waardoor de situatie serieuzer genomen kan worden.
Volgens De Vries ligt de oplossing niet alleen bij slimme analisten, maar bij de hele maatschappij. De overheid, media, burgers en bedrijven spelen allemaal een rol bij de bestrijding van desinformatie. TNO werkt aan technologie die de overheid kan helpen bepaalde ontwikkelingen beter te volgen en daarop in te spelen. De media heeft een controlerende rol en doet aan factchecking. ‘Je hebt steeds meer journalisten die bijdragen aan het ontkrachten van desinformatie. Ze tonen aan dat iets niet waar kan zijn en dat zorgt ervoor dat informatie gecorrigeerd wordt. Als je dat op een goede manier communiceert, vermindert het paniek.’
Naast journalisten, leveren volgens De Vries burgers ook een steeds grotere bijdrage aan de bestrijding van desinformatie. ‘De politie ontvangt veel filmpjes van burgers die op internet iets hebben waargenomen. Als de politie bijvoorbeeld een filmpje online binnenkrijgt van iemand die een handgranaat vasthoudt en zegt dat hij naar het Malieveld gaat komen, willen ze achterhalen of die handgranaat echt is of dat het maar een grapje was’, legt hij uit.
Burgers helpen op dit gebied ook bij de oorlog in Oekraïne. Premier Rutte heeft opgeroepen om alle oorlogsmisdaden vast te leggen. Veel mensen voelen zich aangesproken en verzamelen beeldmateriaal en ooggetuigenverslagen om deze met de opsporingsautoriteiten te delen. ‘Aan desinformatie heb je niks om zicht te krijgen op de actuele situatie. Met zijn allen kunnen wij helpen om een goed gezamenlijk beeld te krijgen en het bewijs te verzamelen’, beaamd De Vries.
De Vries deelt in een volgend artikel nieuwe tools die jouzelf en anderen kunnen helpen in verschillende onveilige situaties. Met deze tools kunnen burgers of organisaties ook de oorlogsslachtoffers in Oekraïne helpen. Van oorsprong werd deze kennis alleen bij de Politieacademie onderwezen, maar in de aankomende HCB Seminarreeks ‘Veiligheid, recht en bestuur 2022- Burgers en Veiligheid’ zal hij deze tools aan iedereen die er kennis van wil nemen, presenteren zodat er steeds meer mensen zijn die kunnen bijdragen aan meer veiligheid.