Naar schatting een op de drie dak- en thuislozen is minderjarig. Leven in zo’n situatie heeft een grote impact op hun sociaal leven, schoolleven, hun (geestelijke) gezondheid en verdere ontwikkeling. “Kinderen die dak- of thuisloos zijn, voelen zich vluchteling in eigen land”, zegt Bruno Vanobbergen, kinderrechtencommissaris.
In 2014 werden voor het eerst de minderjarigen opgenomen in de statistieken voor dak- en thuisloosheid, tot dan was “de plek van het kind binnen het woondomein een blinde vlek”. Dit resulteerde zich ook in het beleid dat “te weinig gericht is op kinderen en jongvolwassenen”, zegt Vanobbergen.
Nochtans zijn de gevolgen van dak- en thuisloosheid bij kinderen en jongvolwassen in hun latere leven niet gering. “Een grote groep kinderen heeft geen toekomstperspectief”, aldus de kinderrechtencommissaris. Die onzekerheid heeft een grote impact op hun gezondheids- en onderwijssitatie. “Ze kampen vaak met stress en rusteloosheid door het gebrek aan houvast. Bovendien veranderen ze regelmatig van school waardoor ze moeilijk een vriendennetwerk opbouwen”, zegt Vanobbergen.
Het is dus zaak om uithuiszettingen – In Vlaanderen werden in 2014 12.958 procedures opgestart – te voorkomen. De kinderrechtencommissaris ziet hier een belangrijke rol weggelegd voor de preventieve woonbegeleiding. Die voorziet naast de zoektocht naar een woonst ook in budgetbeheer, hoe de woning te onderhouden, etc. “De preventieve woonbegeleiding doet het aantal uithuiszettingen drastisch dalen en de kosten verbonden aan de dak- en thuisloosheid liggen zeven keer lager.”
Lees verder via KnackBe – ‘Dakloze kinderen zijn vluchteling in eigen land’