Daders van arbeidsuitbuiting
Over de vermeende rol van de georganiseerde misdaad
Masja van Meeteren & Joanne van der Leun
Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom juridisch
Introductie
Door de huidige migrantenstromen naar West-Europa wijzen Nederlandse beleidsmakers op de daarmee gepaard gaande risico’s op mensenhandel. Hoewel de toegenomen zorgen samenhangen met de huidige vluchtelingenstromen, is mensenhandel zeker geen nieuw of recent probleem. Al jarenlang worden wereldwijd naar schatting miljoenen mensen slachtoffer van mensenhandel.1 Volgens uiteenlopende schattingen is mensenhandel de derde meest omvangrijke vorm van criminele organisatie, na de handel in wapens en drugs.2 Diverse bronnen suggereren bovendien dat het een groeiend en uitermate lucratief fenomeen is vanwege de hoge inkomsten en lage pakkans.3 In het voorliggende artikel gaan we in op mensenhandel buiten de seksindustrie, ofwel op arbeidsuitbuiting.4 Lange tijd was de wetgeving met betrekking tot mensenhandel gericht op vrouwenhandel voor de seksindustrie en vaak nationaal van aard. Sinds 2000 is de strafbaarstelling van mensenhandel in brede zin internationaal geregeld en vastgelegd in het Palermo Protocol van de Verenigde Naties. Inmiddels hebben veel landen de belangrijkste uitgangspunten in hun nationale wetgeving geïmplementeerd. Het Palermo Protocol was een onderdeel van de Internationale Conventie tegen Georganiseerde Transnationale Criminaliteit. Hierdoor is mensenhandel beleidsmatig van het begin af aan gekaderd als een vorm van georganiseerde criminaliteit. De internationale aandacht rond de totstandkoming van het protocol ontstond ook naar aanleiding van een aantal specifieke gevallen waarbij de georganiseerde criminaliteit betrokken was.
Volgens Europol zijn mensenhandelaren ‘professionals en georganiseerde criminelen’, en voldoen de groepen en netwerken die betrokken zijn bij mensenhandel aan de criteria voor georganiseerde criminaliteit.5 Verhalen over hoe vrouwen door mensenhandelaren naar het Westen worden getransporteerd om gedwongen te werken in de prostitutie zijn alom bekend. Ook in het nieuws komen deze verhalen regelmatig naar voren, waarbij uitvoerig wordt ingegaan op de rol van de georganiseerde misdaad. Rapporten van non-gouvernementele organisaties en overheidsorganen suggereren evenzeer dat het om een vorm van criminaliteit gaat waarbij voornamelijk georganiseerde verbanden een rol spelen.6 Dezelfde gedachte zien we vaak terug in wetenschappelijk werk. Ondanks dat deze gedachte lange tijd gemeengoed was, zijn er tegenwoordig steeds meer aanwijzingen dat, hoewel dit soort zaken wel bestaat, dit dominante beeld niet wordt ondersteund door empirisch bewijs. Zo merken Keo e.a.7 op:
‘The literature is replete with unsubstantiated, extraordinary estimates of the extent and profitability of the phenomenon, as well as unsupported claims about its control by organized crime syndicates.’
In dit artikel wordt aan de hand van een review van de empirische onderzoeksliteratuur onderzocht welke daders met bijbehorende organisatiegraad een rol spelen bij een specifieke vorm van mensenhandel, namelijk arbeidsuitbuiting. Het antwoord op deze vraag heeft belangrijke consequenties voor de aanpak van arbeidsuitbuiting en voor de bestudering van dit fenomeen.
Lees verder via repository.ubn.ru.nl
Meer leren van prof. dr. A.E. (Jon) Schilder, prof. dr. Masja van Meeteren, prof. dr. Bob Hoogenboom,prof. dr. Janine Janssen, dr. Remco Spithoven en Hans Moors en samen reflecteren als burgemeester, hoofd van politie, hoofd OOV of Officier van Justitie op veiligheidsthema’s als cybercime, maatschappelijke onrust, migratie en arbeidsuitbuiting, huiselijk geweld en ondermijning? Kom vanaf 9 februari naar de HCB Collegereeks ‘Veiligheid, recht en bestuur – Burgers, bedrijven en veiligheid’ in Den Haag.
Meer leren over de omgang met bijzondere doelgroepen en de aanpak van kwetsbare gebieden? Kom naar de HCB Cursus die start op 17 maart in Den Haag, georganiseerd door het Haags Congres Bureau.