Het opstellen van processen-verbaal is vast onderdeel van het werk van de BOA. Dit gebeurt in de regel ‘op ambtseed’ en dat is niet voor niets. De rechter moet er blindelings op kunnen vertrouwen. Dat wil niet zeggen dat er in het geheel geen bewijs tegen de juistheid van het PV kan worden aangevoerd. Aan dat bewijs worden alleen zeer zware eisen gesteld. Het is immers niet de bedoeling dat via een omweg alsnog de discussie over het feitelijke verloop van de in het PV beschreven situatie kan worden geopend. Het volgende voorval is aan mijn rechtspraktijk ontleend.
Vals proces-verbaal.
De heer Stam* parkeert zijn auto achter een rij reeds geparkeerde auto’s en wordt door de BOA verbaliseert, terwijl de eigenaren van de andere auto’s dit lot bespaard blijft. De plekken waarop de auto’s staan zijn identiek. Naderhand blijkt dat die andere auto’s stonden geparkeerd op een plek bovenop een stoeptegel met de letter ‘P’. Stam wist dat niet omdat de geparkeerde wagens het zicht aan die ‘P-stoeptegels’ ontnamen. Daags nadat Stam was verbaliseert plaatste de gemeente op de plek waar hij eerder had geparkeerd een paaltje waarmee het feitelijk onmogelijk werd gemaakt dat bestuurders daar nog zouden kunnen parkeren. Stam voelt zich misleid. Hij besluit het er niet bij te laten zitten. Via een procedure in het kader van de openbaarheid van bestuur komt hij er achter dat de gemeente het paaltje plaatste ‘om de onduidelijke situatie op te heffen’. Stam krijgt excuses van de gemeente. Dit weerhoudt hem er niet van om bij de OvJ beroep in te stellen, waarop de Officier van Justitie aan de BOA vraagt of het paaltje inderdaad is geplaatst om de onduidelijkheid op te heffen. De BOA schrijft in zijn schriftelijke op ambtseed opgemaakte reactie: “Nee. Het paaltje is neergezet om gevaarlijke situaties te voorkomen.”, waarna de OvJ die reactie aan zijn afwijzende beslissing op het beroep van Stam ten grondslag legt. Beroep bij de kantonrechter volgt. Tijdens dat beroep herziet het college van b&w de op ambtseed opgemaakte verklaring van de BOA, waardoor de grondslag aan het bestreden besluit vervalt. B&w licht mondeling toe: “De BOA heeft zijn reactie abusievelijk op de automatische piloot opgesteld, zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden van het geval.” B&w geeft voorts toe dat van een gevaarlijke situatie geen sprake is.
Stam heeft geluk dat hij op kon aantonen dat het op ambtseed opgestelde PV niet klopte. Dit is niet voor iedereen weggelegd. Aan BOA’s de taak om, ongeacht de aard van de zaak, nimmer lichtzinnig een PV op te stellen en zich altijd bewust te blijven van het bijzondere karakter van hun bevoegdheid.
Marinus Hoorntje, Eigenaar juridisch advieskantoor Rincón Pardo
*fictieve naam.