07:05
14 november 2024

Burgerparticipatie en Overheid – Als de burger het zelf moet doen, blijven arme buurten achter

Welke effecten heeft het terugtrekken van de overheid op buurten? Burgerparticipatie werkt vooral in de rijke, witte buurt, aldus Godfried Engbersen en Erik Snel. Geprivilegieerde sociale en economische posities leveren extra voordelen op. Het is een aloud mechanisme dat aanwijsbaar is in veel maatschappelijke sferen: beter opgeleiden hebben meer profijt van cultuur- en onderwijsbeleid, hoge inkomensgroepen ontvangen meer hypotheekaftrek door hun kostbare huizen, digitaal geletterden vergroten hun voorsprong op de elektronische snelweg, en miljonairs zien hun vermogen veel sneller stijgen dan dat van kleine spaarders.

Dit mechanisme is ooit aangeduid als het Mattheüs-effect: ‘Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen’ (25:29). Of in alledaagse taal: armen worden armer en rijken worden rijker. Dit mechanisme wint aan betekenis nu in de Nederlandse verzorgingsstaat meer verantwoordelijkheden worden doorgeschoven naar de burger. In diverse maatschappelijke sferen is sprake van substitutie: de overheid treedt terug en van de burger wordt verwacht dat hij of zij bepaalde taken overneemt. Dat zien we in de sfeer van welzijn en zorg, en nadrukkelijk ook in het buurtbeleid. Maar de vraag is of deze verschuiving van verantwoordelijkheden niet tot grotere ongelijkheden leidt. Treden dan oude mechanismen in werking waarbij kapitaalkrachtige groepen hun maatschappelijke voorsprong uitbouwen en arme groepen verder op achterstand raken?

Lees verder via

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *